Geplaatst op:
Oud Rotterdamse haventaal - part III
Havenarbeiders hadden een eigen taal en vaak bijnamen die terugsloegen op de eigenaardigheden van het werk dat zij deden. Bekijk hier drie Rotterdammertjes!
Kanarievogels
Arbeiders die katoenzaad sjouwden voor de Holland-America Cotton Oil Company werden kanarievogels genoemd. Dit kwam door de geelgroene gloed die zij over zich hadden van de kleurstof, afkomstig van het zaad. Lekko Deze term is de variant op het Engelse 'Let go'. Het is ontstaan in de Rotterdamse haven en werd gebruikt bij het loslaten van het anker of de scheepstrossen. Kat in 't bakkie Een gemakkelijk karweitje werd, en wordt nog steeds, in de Rotterdamse haven ook wel kat in 't bakkie genoemd. Kat is afgeleid van het Maleise gadji ('vet'), wat vroeger loon betekende. Gadji is afgeleid van gage (loon). Kat in 't bakkie betekent dus zoiets als geld in het laatje.
Benieuwd naar meer haventaal? Lees dan Oud Rotterdamse haventaal – deel I en Oud Rotterdamse haventaal - deel II.