Geplaatst op:
Waarom zeggen we Rotterdammert en bakkie
Eerder schreven we al over Rotterdamse haventaal. Maar hoe komen we eigenlijk aan ons Rotterdamse taaltje? Want een echte Rotterdammert herken je direct!
We staan bekend om onze t. Laten we hem niet achterwegen omdat we lui zijn (da kennie), plakken we hem er wel aan (Rotterdammert). Volgens taalkundige Marc van Oostendorp is dit laatste lang geleden ontstaan als goedmakertje voor alle missende t's.
Als echte Rotterdammers vroeger netjes moesten praten, wisten ze niet zo goed waar ze het moesten zoeken. Omdat ze niet precies wisten waar de t achter moest, deden ze maar wat. Vandaag de dag weten we dondersgoed waar die achter moet, maar willen we (onbewust) laten horen waar we vandaan komen.
We maken van je graag ie (bakkie, filmpie, meissie). We doen dit niet bij alle woorden. Er zit een systeem achter waar Nederlandse taalexperts van onder de indruk zijn. Hier heb je waarschijnlijk nooit bij stilgestaan:
Van je maken we geen ie als het aan het begin van het woord staat.
Na een klinker zeggen we geen ie.
Na een t- of d-klank houden we het meestal op je.
Dan hebben we nog een aantal woorden die we graag op z'n typisch Rotterdams uitspreken: houwen en zouwen, beneje in plaats van beneden, ken in plaats van kan of kun. Woorden maken we ook graag onnodig langer (fil-lum in plaats van film, ver-wer-rek-ken in plaats van verwerken) en gaat zo nog maar effe een eind door.